K I E V E N A A R’ S   D O M E I N 

“Een beroemde uitspraak van de Engelse dichter Philip Larkin is dat liefde het enige is van wat van ons zal voortleven. Fout. Wat van ons zal voortleven is plastic, varkensbotten en lood-207, de stabiele isotoop aan het einde van de vervalketen van uranium-235.” 

(Uit: Robert MacFarlane / Benedenwereld, 2019)

Als we heuse stiefkinderen van Coppens & Frenks, uitgevers (CF) willen zijn, en dat willen we, gaan we bij Kievenaar boeken uitgeven van vreemde vogels van onvaste bodem, van dames- en herenschrijvers die eigen werelden hebben geschapen omdat die juist iets draaglijker zijn dan de al bestaande.

En kent niet iedere tijd zijn wandelende joden, zijn rusteloze zielen? Excentriekelingen en solitairen die met hoed, zonnebril en wandelstok tegen de feiten van de dag aanlopen of de anderen zo ver voor zijn dat pas later wordt ingezien wat voor belangrijks ze beweerd of bevraagd hebben. Je ziet het in de wetenschap, je ziet het in de kunsten, wij zien het in de literatuur. 

Reken de komende jaren op veel proza en iets minder poëzie, op werk van voornamelijk buitenlandse schrijvers uit heden en verleden, wit, zwart, halfbloed, en vertrouw erop dat we geheel in lijn met CF er niet voor zullen terugdeinzen een bij tijd en wijle vertwijfeling en verwarring zaaiend mensbeeld te presenteren. Niet om lekker sombermannetje te spelen en de alledaagse werkelijkheid vanaf de cynische zijlijn hautain als al te middelmatig af te doen. Juist niet. 

We zoeken de even stellige als onzekere stem van de massa in de twijfelhoop van de eenling, want vinden we het aanvankelijk onverstaanbare gebrabbel van de vreemdeling op den duur niet sympathieker dan gedacht? Herkennen we het zelfs niet als het onze?

We balanceren op het bekende koord op de bekende hoogte en dagen iedereen uit bij Kievenaar een dapper stapje extra te zetten. Een zin eens niet één, maar twee of zelfs drie keer te lezen. Onze boeken als moeilijk veroverbare geliefden te beschouwen. Tegemoet te komen aan dat vreemde verlangen jezelf beter te leren kennen aan de hand van degene die deze soms zelfs niet naar je uitsteekt. In de spiegel niet alleen jezelf te zien. 

Dat is het domein van Kievenaar, op die tomeloze inzet, die spreekwoordelijk ziekelijke nieuwsgierigheid gaan we prat. En wat van Kievenaar’s domein overblijft? Dat ligt aan de lezer van onze boeken die bij het schikken en herschikken van dat domein van harte is uitgenodigd. 

“Lees. In letters ligt

onze wroeging begraven –

dat wij nog leven.”

(Uit: Anneke Brassinga / Verborgen tuinen, 2019)